Vanochtend zijn we vertrokken naar Pikin Slee, een traditioneel dorp aan de Boven Suriname rivier. Het was ruim een uur varen, tussen de vele stenen in het water door. Meer dan eens tikt de boot er tegen aan, maar het hout kan het hebben. Tenminste, als de boot niet door Chinezen is gemaakt, aldus Bernard.
Na een lange vaartocht midden in de natuur is er opeens weer een dorp aan de rivier, met 4000 inwoners. De inwoners lopen er met mobieltjes rond (die het ook doen) maar de eeuwenoude tradities, rituelen en gebruiken zijn er nog springlevend.
Er is prachtig houtsnijwerk te bewonderen, zowel bij de houten huisjes als in gebruiksvoorwerpen, allemaal gemaakt door de dorpsbewoners en vijf kunstenaars die hier wonen, de rastafari.
Deze rastafari zijn op het idee gekomen om een museum in te richten over de gewoonten, rituelen en gebruiken van de Samaraccanen, het Samaaka marron museum. Een belangrijke impuls voor de duurzame ontwikkeling van de dorpsgemeenschap.
In het museum kregen we een persoonlijke uitleg over de tradities, gebruiken en rituelen van de Samaraccanen. De vrouwen dragen bijvoorbeeld allemaal pangi's als rok. Een puntdoek over je pangi (over de billen-kant) betekent dat je getrouwd bent. Jaloezie tussen de vrouwen komt regelmatig voor. Vrouwen naaien dan vaak teksten in de puntdoek om de andere vrouwen van de man treiteren ;-)
We weten nu ook dat je met een gebroken been beslist naar Pikin Slee moet. De medicijnman doet er een kruidenpapje op, waarna het been met doeken ingezwachteld wordt. Na een paar weken, en indien er geen menstruerende vrouw in je nabijheid is geweest, is je been zelfs sterker geworden dan je andere been. Ik verzin het niet, zo gebeurt het nog steeds.
Overigens is de Granman van Pikin Slee vorig jaar overleden aan suikerziekte, daar is dan weer geen papje voor.
De mannen van het dorp kappen een stuk grond om een vrouw te kunnen onderhouden. De vrouw bewerkt de grond dan, bijvoorbeeld met rijst. De gevluchte slaven die deze dorpen stichten hadden rijstkorrels in hun gevlochten haren verstopt. Zo kwam de rijst het binnenland in.
Hier groeit de rijst droog, niet in het water. Heel bewerkelijk, het moet allemaal met de hand geplukt worden. Overigens bewerken de vrouwen niet alleen de grond...
Als een jongen en een meisje samen verder willen, gaan de tante van het meisje en de oom van de jongen praten. Als zij het huwelijk goedkeuren, slapen de jongen en het meisje drie nachten bij elkaar. Maar de jongen moet stiekem binnenkomen en stiekem weggaan. Als ie gesnapt wordt, moet ie met rum betalen. Een soort verstoppertje voor volwassenen :-) Na deze drie dagen mogen ze samen gezien worden.
Zoals we al eerder van Bernard hebben gehoord hebben de Marron-mannen vaak meerdere vrouwen. Ze wonen allemaal apart. In een mannenhuis vind je een kapmes, geweer en nog wat meer handige gereedschapsdingen. In een vrouwenhuis vooral glimmende pannen en schalen. Als de (aluminium)pannen goed glimmen, door ze met zand of een schuurspons in de rivier te wassen, ben je een goede vrouw.
Elke vrouw zorgt dagelijks voor een bord eten voor haar man. Als een man meerdere vrouwen heeft, vraagt hij gewoon zijn vrienden of mannelijke familieleden te eten.
Als vrouwen menstrueren mogen ze alleen eten voor zichzelf maken. En ze mogen ook niet langs een offerplaats lopen. Eigenlijk mogen ze niks, er zijn speciale hutjes voor ze getimmerd waar ze blijven totdat ze weer 'rein' zijn.
Om te jagen gaan de mannen (vanaf 16 jaar) vaak diep het oerwoud in. Daar doen de mobieltjes het niet, dus als iemand de weg kwijt is slaat 'ie, net als in het tijdperk voor de mobieltjes, hard op de telefoonboom.
Dit is een bepaald soort boom met een hele luide holle klank. Als je hierop hard slaat dan weten de anderen waar je zit en kunnen ze je antwoorden welke richting je op moet.
Overigens, als een man een mens doodschiet, moet ie weg. Alle familiebanden worden verbroken, hij mag ook nooit meer terugkomen in t dorp. Typisch gevalletje van 'zoek het verder zelf maar uit'.
Een indrukwekkend bezoekje, zo ver het binnenland in. Heel bijzonder om de verhalen over alle gebruiken en rituelen te horen, en tegelijk ook te zien in het dorp. Ik heb hier weinig foto's van, omdat er niet gefotografeerd mag worden. En terecht, het is geen Archeon waar je entree betaalt.
Deze mocht ik wel op de foto nemen, een boot in wording. De onderkant van de boot is van een hele boomstam, die ze uithollen. Daarna worden er bladeren in gedaan, die in de fik worden gestoken. Hierdoor zet het hout uit. Als de boot breed genoeg is geworden, doen ze het vuur uit. Daarna worden de zijkanten er aan getimmerd. Het kost maanden om zo'n boot te maken, maar dan heb je ook wat :-)
Na de terugtocht, die overigens 15 minuten sneller was doordat we met de (zeer sterke) stroom mee gingen hadden we een paar uur relaxtijd. In een hangmat natuurlijk, wat is dat toch een super-uitvinding.
Tegen het einde van de middag nam Bernard ons mee voor een boswandeling. De huisjes staan op het uiteinde van een gekapt stuk grond, het bos begint dus al meteen als je van het water af loopt. 't Was maar goed dat Bernard voorop liep, want even links af en je wordt nooit meer teruggevonden...
De Samaraccanen kennen elke boom en weten ook waar ze goed voor zijn.
Zo kwamen we weer telefoonbomen tegen, maar ook een boom waarvan de bast gebruikt wordt tegen buikklachten voor vrouwen en dezelfde boom om de potentie te verhogen voor mannen.
En ijzerbomen met tonkanoten. Geweldig zeg, als een blog geur zou kunnen overbrengen, weet je precies wat ik bedoel. Voor de kenners onder ons: hoezo schaars? Er lagen er tientallen op de grond, gewoon voor het grijpen! Voor de mieren dan, die zijn er gek op.
Er was ook een boom die werkt als antibiotica, deze wordt veelal gebruik bij een vrouw die net bevallen is. En een boom voor een strakke vagina na de bevalling (na een stoombadje hiermee ben je een 'sterke vrouw').
Er zijn bomen waar een soort aanmaakblokjes van worden gemaakt, om een vuurtje te stoken.
En dan nog de Brasa-bomen die van boven naar beneden groeien. De zaadjes worden door vogels hoog in een boom gebracht, waarna de brasaboom langs de andere boom naar beneden groeit. Eenmaal op de grond kan ie wel vier meter diep gaan.
Naar de verfwinkel hoef je ook niet meer, als je hier woont. Bernard pakte een vrucht, maakte 'm open, wreef en met z'n vinger in en tekende rode strepen op de gezichten van de kinderen die mee waren. Dat krijgen ze er de komende dagen niet meer van af ;-)
Tussen alle boomwijsheden door zagen we ook twee soorten aapjes (doodshoofdaapjes en kapucijneraapjes) van dichtbij en een tarantula.
De tarantula vloog echter z'n huisje in toen we bewogen. Ik was te laat met m'n camera...
Zeer indrukwekkend, zo door dat oerwoud sluipen. Met Bernard en zijn scherpe kapmes voorop. Ik voelde me aan alle kanten bekeken :-)
Na terugkomst werd er nog even een zeer giftige slang bij een van de huisjes dood gemept door een oplettende Bernard.
Lekker dan, we waren eigenlijk iedere avond steeds door het donker over het gras naar ons huisje gelopen. Op teenslippers. De slang was een goede reden om t vanavond iets anders aan te pakken: bij gebrek aan zaklamp liepen we pal achter Noah aan die de grond met z'n mobiel bescheen.
Gelukkig staat ons huisje op hoge palen...
Geen opmerkingen:
Een reactie posten